K

logo art7D

naar de startpagina van art7d.be
naar de homepagina van geschiedenis van de moderne schilderkunst
naar de startpagina van virtueel museum
naar de kunst van J.F.
naar de pagina spellen
naar de startpagina van fotografie
naar de startpagina muziek
naar de startpagina muziek van J.F.
naar de startpagina blog
naar de pagina met de CV en de passe-partout van J.F.

Kunst van het schaakspel & varianten

 
naar traditioneel schaken naar paradijsschaken naar ruitenschaak to children games for learning chess naar wereldschaken

1 Basisregels van het officiële (Europese) en het Japanse schaakspel.

Lees verder...

2 Schaak met andere stukken en regels: paradijsschaak

Lees verder...

3 Schaken met andere stukken, een paar nieuwe spellen

Lees verder

4 Schaakvarianten zonder extra bord of stuk

Lees verder...

5 Schaken met extra stukken

Lees verder...

 

3 Schaken met andere stukken

 
mijn smessvariant  

Naar analogie van "smess" bedachten we hoe we ondanks drie verschillende stukken (en een koning) het bord veel eenvoudiger konden maken en daaruit kwam dit heel overzichtelijk spel.

Smess-variant op 8x8-bord

De beginsopstelling is zoals op bijgevoegde afbeelding.
Alle objecten volgen de pijlen in zetten en slaan, in rechte lijn
Stukken in groen en blauw:
pion + koning = 1 veld
ster = aantal velden naar keuze, in zelfde richting, niet springen
springer (omega) = naar keuze 1 of 2 velden, kan springen over beide kleuren in rechte lijn
pionnen promoveren op laatste rij tot een ster
winnen = andere koning slaan of zorgen dat hij alleen komt te staan

© Johan Framhout november 2015

 

Pionnenschaak

De beginsopstelling is zoals op bijgevoegd bord.
Elke speler heeft 1 koning en 11 pionnen
Winnen= koning (rode kern) slaan of mat zetten
Elk stuk kan bewegen en slaan zoals de blauwe figuur aangeeft waarop hij staat.
Slaan is zoals in schaken, de geslagen pionnen komen naast het bord
Zodra beide spelers drie pionnen buiten het bord hebben, worden 2 witte en 2 zwarte pionnen onmiddellijk op de respectievelijke hoekvelden geplaatst. (Dat is dus geen aparte beurt, maar maakt deel uit van de buurt waarin het vereiste aantal pionnen geslagen werd.) Als een of twee hoekvelden op dat ogenblik bezet zijn, blijft de overeenkomstige pion buitenspel. Als geen van beide spelers een pion in zijn hoekvelden heeft kunnen plaatsen, komt de kans pas terug als er een pion geslagen wordt.

De bewegingen aangegeven door de blauwe figuren:
1, Niet-springers (zij kunnen geen ander stuk passeren, wit of zwart):
Schaakpion: 1 of 2 zetten voorwaarts; slaan = 1zet diagonaal voorwaarts
Schaakkoning: 1 zet in elke richting
Raket: als een schaakpion, slechts 1 stap, pionnen kunnen hier niet geslagen worden (eigen stuk)
Pijl: alle velden aangewezen door de pijl (in analogie met speer uit shogi)
Toren: alle velden orthogonaal
Loper: alle velden diagonaal
Dame: alle velden orthogonaal plus diagonaal

2, Springers:
Paard: naar elk veld haaks verwijderd (2 velden orthogonaal gevolgd door 1veld orthogonaal in de haakse richting)
Kameel: als paard, maar 3 + 1 (Arabisch schaken)
Olifant: 1 of 2 opeenvolgende diagonale velden (Indisch schaken)
Dorje: idem als olifant, maar orthogonaal (eigen stuk mnaar analogie van olifant)
Kanon: kan enkel zetten of slaan door over een ander stuk, wit of zwart, te springen naar een daar voorbij liggend veld, orthogonaal (Chinees schaken)

Er bestaat geen promotie, rokeren, noch en passant

© Johan Framhout oktober 2015

  pionnenschaak

 

Ruitenschaak

 
Ruitenschaak is een door ons bedacht en uitgewerkt spel. Het is niet echt een schaakvariant want er is geen koning, het doel is de tegenstander immobiel te maken. Toch doen de mogelijkheden van de stukken denken aan schaken. Kennis van de schaakstukken is geen vereiste, de mogelijk bewegingen staan immers op de stukken aangeduid. Het spel is eenvoudig zelf te maken in karton, licht en gemakkelijk mee te nemen op reis.
 
ruitenschaak  

Regels:

Alle stukken zijn vierkanten, zij worden ruitvormig op het bord geplaatst
zetten en slaan is enkel orthogonaal, niet diagonaal; je komt op de plaats van het geslagen stuk
stukken en beginopstelling: zie illustratie
de hoeken die rood zijn gekleurd, tonen in welke richting de stukken kunnen zetten of slaan
dubbelpijlen kunnen naar keuze 1 stap doen of 2 en springen over wit en zwart
een lange pijl is als een toren in schaken, kan niet springen
lange pijl met dwarsbalk: moet over één en slechts één stuk om te zetten of slaan op om het even welk vak in die lijn verderop (als kanon in Chinees schaken)
alle stukken kunnen een kwartslag draaien in beide richtingen (ook als ze reeds gedraaid zijn); een stuk dat belandt op de laatste rij kan ook in één keer volledig omdraaien
1pijl-stukken kunnen ook een achtste draaien, dan staan ze vierkant, kunnen niet zetten of geslagen worden, en een lange pijl kan niet passeren (1pijl-stuk = 1 pijl in 1 hoek, lang of kort, niet lang met dwarsbalk)
een beurt is één verplichte zet of slag, gevolgd door een draai van dit of een ander stuk (een kwart of een achtste, niet verplicht)
als een stuk over een geblokkeerd stuk heen springt (of twee) van de tegenspeler, is (zijn) die automatisch gedeblokkeerd (= 1 achtste draai in richting naar keuze vd springer; ook het mogen draaien daarna van zijn of een ander stuk blijft)
winnaar: als de tegenstrever niet meer kan zetten of slaan
promotie: als 1-pijlstukken de laatste rij bereiken (behalve lang met dwarsbalk), mag de speler bovendien een geslagen stuk uitkiezen en op het bord zetten, om het even waar en in om het even welke toegelaten richting

© Johan Framhout januari 2015

 

Lijnenschaak

 

Spelregels

Pionnen staan op de kruispunten, beginopstelling zoals op illustratie
Zij zetten en slaan altijd in rechte lijn op de afgebeelde lijnen
Slaan is door op de plaats van het geslagen stuk te staan en pion naast het bord te leggen. Slaan is niet verplicht.

Zodra iemand zijn vijfde pion slaat, dient hij een pion naar keuze terug te geven aan de tegenspeler die het op een van de twee hoeken onderaan legt. Dit is geen beurt. Indien er geen plaats vrij is, gaat het niet door. (Als bij een volgende beurt wel een plaats vrij is, gaat het vooralsnog door.)

1 = 1 zet, 2 = max. 2 zetten, 4 = max. 4 zetten, 5 = max. 5 zetten (kunnen niet over eigen of ander stuk springen)

3 = 1 zet op de lijnen + sprong naar de 3de plaats (op rechte lijn), kan over elke pion springen (slaat dan uiteraard enkel de pion op de plaats waar hij terecht komt).

Winnaar is hij die de 'koning' slaat. Koning zet en slaat als een 1. (Bij de regels hierboven wordt hij beschouwd als een van de pionnen.)

Praktisch: indien gewenst kan je het bord volledig gratis downloaden door hier te klikken. Klik met rechtermuisknop op de verschijnende afbeelding.

  lijnenschaak
 
Wat is er nieuw in art7D.be? Volg de blog!