logo art7D

naar de startpagina van art7d.be
naar de homepagina van geschiedenis van de moderne schilderkunst
naar de startpagina van virtueel museum
naar de kunst van J.F.
naar de pagina spellen
naar de startpagina van fotografie
naar de startpagina muziek
naar de startpagina muziek van J.F.
naar de startpagina blog
naar de pagina met de CV en de passe-partout van J.F.

Artikels van Johan Framhout, Vandergoes

 

Bedenkingen bij 'De dood van Maria' van Hugo Van Der Goes.

Op de tentoonstelling in Brugge 'Oog in oog met de dood' hadden we het geluk het pas gerestaureerde meesterwerk 'De aanbidding van Maria' te bewonderen, van ca 1475-82. De levende, stralende kleuren vallen op. Elk blauw op het werk is anders. We vergelijken het gerestaureerde werk (foto Museabrugge) met de vroegere afbeelding uit het tijdschrift 'Openbaar kunstbezit'. Het werk was toen nog overdekt met grijs tot bruinig zwarte vlekken.

 

De starende, opengesperde ogen van het schilderij van Emile Wauters' schilderij 'De schilder Hugo van der Goes in het rode klooster' uit 1872, willen ons aantonen dat van der Goes toen compleet kompleet gaga was geworden. Naar een getuigenis van Van Vessem, de prior van het Rood klooster in het Zoniënbos, waar de schilder zijn nieuw onderkomen had gezocht, leed van der Goes aan een depressie.

Reden tot depressie had hij zeker wel, hij zag onder Karel de Stoute, zijn opdrachtgever, het Boergondishe rijk ineenstorten. Zijn zo genegen Maria van Boergondië was op haar vijfentwintigste overleden als gevolg van een val van haar paard. Voor haar huwelijk met Maximiliaan van Oostenrijk werd op Hugo geen beroep meer gedaan, maar op de schilder Matthijs van Roden. Bankier Tommaso Portinari's Medici-filiaal in Brugge was failliet doordat Karel de Stoute zijn grote schulden niet had terugbetaald. Hugo van der Goes had nog steeds zijn geld niet gekregen voor zijn triptiek. Hij had de plaats voor het hoofd van de sponsor leeggelaten tot de schuld zou worden betaald. Kanselier Hugonet, in wiens opdracht Hugo zijn 'aanbidding der wijzen' had geschilderd, werd onthoofd. Je zou voor minder depressief worden. Of leed de schilder aan de gevolgen van lood, kwiksulfiet, koperacetaat, arsenicumsulfiet?

Hugo van der Goes schilderde zijn 'Dood van Maria' toen hij zijn inzinking te boven kwam. Wellicht zag hij Maria van Boergondië in de Maria van zijn meesterwerk. Dan staan de apostelen voor Maximiliaan van Oostenrijk, Lodewijk van Gruuthuse, Olivier de la Marche, Adolf van Ravenstein (*). Uiteindelijk kreeg Hugo toch zijn loon voor de Portinari-triptiek.

De lichte kleuren van Hugo's 'Dood van Maria' zijn ongewoon. Als we die tinten vergelijken met andere werken van Hugo Van der Goes of van tijdgenoten zien we dat de heiligheid van Maria een welbepaalde kleur vroeg, intens rood of intens donkerderblauw. Dit laatste werd bekomen door lapis lazuli als glacis aan te brengen over bijvoorbeeld enige lagen azuriet. Lapis lazuli was een bijzonder dure kleur destijds. Het kwam uit Afganistan en werd gekocht in diverse tinten van turquoise tot violet. De aankoop was zo duur, dat op voorhand werd onderhandeld of er al of niet lapis lazuli zou toegevoegd worden en hoeveel de meerkost dan bedroeg. Is er hier soms een laag die ontbreekt? Waarom? Ook de kopie uit de 16de of 17de eeuw, toont ons gelijksoortige, al te lichte tinten. Wou van der Goes het werk zo behouden of kon hij het pigment niet of onvoldoende aanschaffen? Of heeft van der Goes zijn werk nooit afgemaakt? Had hij nog hulp in zijn atelier, voor het mengen van de verf bijvoorbeeld? Een gespierde man om lapis lazuli te verpulveren?

Vergelijk de kleur met het kleed van Maria op dit fragment van een ander werk van Van der Goes. Het is een fragment uit het middenpaneel van de Portinari-triptiek, de 'Aanbidding der herders' uit het Uffizi-museum van Firenze, van ca 1475. De engelen kregen een licht blauw, maar Maria's blauw kleed is helemaal anders. Rechts een diep blauw kleed van Maria onder een vermiljoen, van Petrus Christus, ca 1450-55, van het museum van Boedapest.

 

Vervolgens de 'Aanbidding van de magiêrs' (of van de koningen) van Hugo Van der Goes uit het Staatliche Museen Berlin. Eronder een werk van de 'Meester der Khanenko-aanbidding', ca 1500-10, 'Aanbidding der koningen' uit het museum van Boedapest (Szépmüvészeti Múzeum-aanwezig op de tentoonstelling).

 

We hebben het gerestaureerde werk uit Brugge zelf digitaal bijgewerkt om te vergelijken met het officiële werk. Het kleed van Maria tonen we in twee varianten van een mogelijk blauw, weliswaar in de beperkte weergave van een computerscherm. We hebben de oranjerode kleur van Sint-Jan (links vanuit de toeschouwer gezien) eveneens digitaal aangepast, alsof het nog een glacislaagje meekrap of cochinillerood behoefde. Ook de hoed van wat verondersteld wordt een zelfportret te zijn, de man op de grond. Petrus' (rechts) roze-rood lieten we onveranderd.

 

We kunnen verder denken: zijn de gezichten niet net iets te weinig gekleurd, ontbreken ook zij een finale laag? Het gezicht van Jacob de Mindere (vanuit de kijker links van Maria) lijkt ons meer afgewerkt. En hoe waren de kleuren oorspronkelijk voorzien van Christus en de engelen? Hieronder de 'Geboorte van Christus' of 'Aanbidding der herders' uit het museum van Berlijn. Merk dat het blauw van Maria hier eveneens dieper is, 'edeler' ahw, maar niet zo donker.

Over het latere lot van Maria vernemen we niets in de leer van de Kerk. Uiteindelijk werd toch Maria als moeder-Gods een ter-hemel-opneming toebedeeld. Dit tafereel van Maria's dood werd verleend aan apocriefe geschriften over Maria's dood. Er waren in de vierde eeuw diverse versies in omloop, maar diegene die won was dat Maria overleed op haar sterfbed, omgeven door apostelen. Er was echter een probleem in de overleveringen: die apostelen waren op dat ogenblik niet aanwezig, zij waren overal verspreid. Geen nood, zij werden door Christus naar hun bestemming geblazen, gezeten op een wolk.

"En zie, eene wolk van licht voerde mij mede en zette mij en u hier neder." Zo geschiedde Paulus, Petrus, Johannes, Lucas, Marcus... Enkel over Thomas verschilden de meningen, die was immers in Indië en daardoor kwam hij volgens sommige bronnen te laat. Daarom ook zijn er schilderijen met twaalf apostelen rond Maria, en andere met slechts elf. Een versie verteld dat Thomas zelfs de wolk van Maria tegengekomen, zij had hem nog een riem doorgegeven. Hoe dan ook, Maria werd beschouwd als lichamelijk uit het graf genomen en in de hemel opgenomen, kledij inbegrepen. Sommigen waren zelfs gestorven: Andreas, de broer van Petrus, Lucas, Simon de Kanaäneër en Thaddeüs. Ze mochten even uit hun graf opstaan om het gebeuren vooralsnog bij te wonen. Daarna dienden ze terug naar hun graf te gaan, ze moesten immers in hun graf blijven tot aan de algehele heropstanding der doden, het Perzische geloof over het hiernamaals. "Meent niet dat dit nu reeds de opstanding is", vermaande de Heilige Geest.(**)

Of schilders als Dürer, Rembrandt en Van der Goes in deze apocriefen geloofden valt nog te bezien. Maar dit tafereel van het afscheid van Maria ontbrak bij het officiële geloof, de zo beminde Moeder Gods diende een afscheid te hebben dat haar waardig was. Het was ook de tijd dat mensen hun eigen leven weerspiegeld zagen in de taferelen van hun geloof, een verwerkingsproces. Hieronder de dood van Maria, in een ets van Rembrandt (links) en een gravure van Dürer (rechts).

 

Hugo van der Goes had op de zijluiken van de Portinari-triptiek voor het gezicht van Tommaso Portinari een lege plaats gelaten tot het werk werd betaald. Duidelijk had hij zich wat misrekend, hij moest het hoofd van de bankier kleiner maken ten opzichte van zijn lichaam. De hand van Petrus zat in de weg, de ringvinger en de pink heeft hij op Portinari's hoofd gelegd. Op het rechterluik zien we achter de sluier van Maria Baroncelli Portinari een Jeroen-Bosch-achtig monstertje, aan de voeten van de heilige Margareta en Maria Magdalena. Het overwonnen kwaad? Zo ziet het er niet uit, eerder vol leven en met een tevreden grijnslach.

 
 

Nog twee latere werken met de dood van Maria als onderwerp, links van Caravaggio, 1606, uit het Louvre. Rechts van Carlo Saraceni uit 1608, uit het Metropolitan.

 

We tonen nog een foto van de zaal waar het gerestaureerde werk centraal staat opgesteld, het geeft mogelijk een beter idee van de kleuren (foto MuseumBrugge)

Johan Framhout, 2 februari 2023

Alle afbeeldingen van werken uit musea komen uit de sites van die musea.
* naar het boek 'De bourgondiërs' van Bart Van Loo
**naar 'Nieuwtestamentische apocriefen' door H. Bakels, Wereldbibliotheek, 1922. Hoofdstuk XX, 'Over het uiteinde van Moeder Maria'